Een klein verhaal over mijn familiegeschiedenis

Onlangs stelde ik mijn vader voor om een ​​wandeling te maken in zijn geboorteplaats Spakenburg, een vissersdorpje in het midden van Nederland dat nog steeds een oude haven herbergt met authentieke, bruine tweemasters. Tegenover de haven staat het hoogste huis van de stad, waar het verhaal van de moeder van mijn vader begint. Ze werd geboren op tweede kerstdag (26 december) 1915. In januari 1916 werd de stad Spakenburg getroffen door een ernstige overstroming van de Zuiderzee als gevolg van een stormvloed en hoge wateraanvoer uit rivieren. Samen met andere baby’s en jonge kinderen werd de moeder van mijn vader in veiligheid gebracht in het hoogste huis. Zonder dit huis, het enige huis met vier verdiepingen in plaats van twee of drie, had ik vandaag misschien niet bestaan.

We spoelen vooruit naar 1944, een jaar voordat de Tweede Wereldoorlog zou eindigen, en twee jaar voordat mijn vader werd geboren. De tante van mijn vader (zus van de moeder van mijn vader) en oom en hun dochter, en de grootvader van mijn vader (vader van de moeder van mijn vader en een visser) woonden samen in een klein huis in het centrum van de stad, toen een raket hun straat (Weikamp) raakte. Hoewel Nederland lange tijd moest capituleren, was af en toe een raketaanval geen uitzondering. De oom en tante van mijn vader en hun dochter probeerden de stad Spakenburg te ontvluchten via de enige uitweg, de dijk naar Nijkerk, omdat de Duitsers de dijken hadden doorboord, waardoor het omliggende land onder water kwam te staan. Toen raakte een andere raket de dijk. De tante van mijn vader verloor haar man en een been.

In 1946 is mijn vader geboren op de Zuidwenk in het huis van zijn grootvader (vader van zijn vader) die onderwijzer was op de school in de Kerkstraat, dat nu een atelier is. Na een paar jaar, mijn vader heeft niet aangegeven hoeveel, zijn hij en ouders verhuisd naar de grootvader van mijn vader (de visser), en de tante die weduwe was geworden en haar dochter. Zijn broer en zus (mijn tante en oom) werden geboren. Na een tijdje stierf mijn vader`s nicht aan een ziekte. Mijn vader herinnerde zich dat zijn tante veel huilde. Hij kon zich niet herinneren welke ziekte het was, maar het was een veelvoorkomende kinderziekte waar tegenwoordig alle kinderen tegen worden ingeënt. Het verhaal vertelt niet of het vaccin destijds niet beschikbaar was of dat de tante van mijn vader haar dochter niet heeft gevaccineerd. Hij vertelde me alleen dat zijn moeder (dus mijn grootmoeder) op een gegeven moment benadrukte dat hij zijn kinderen moest laten vaccineren als hij de kans had.

Mogelijk heeft mijn oma dit aan mijn vader verteld toen mijn broer en ik al geboren waren. Maar het brengt me bij het punt van dit verhaal over de familiegeschiedenis. Wat de langetermijneffecten zijn van het coronavaccin weten we niet. Wel weten we dat sommige mensen echt ziek worden; sommige mensen hebben maanden nodig om te herstellen; en andere mensen, ouderen, volwassenen en kinderen, zijn overleden. Laten we dus niet bang zijn voor het onbekende. Je neemt het vaccin niet alleen voor jou; je neemt het voor de mensen van wie je houdt. En die leven nu.

Ik wil dit verhaal graag wat luchtiger afsluiten. Terugkerend naar de afbeelding met het hoogste huis, is er nog een interessant element om te verkennen. Zie je de roodbruine doos in de rechterbenedenhoek van de foto, die een prullenbak of een kunstwerk zou kunnen zijn?

Het is eigenlijk onderdeel van een mechanische dijk die om het hele havengebied loopt. Mocht het water tot uitzonderlijke hoogte stijgen, dan laten gaten in de kade aan weerszijden van het havengebied het water onder de dijkconstructie door stromen tot ter hoogte van de roodbruine bak. Als je goed kijkt, zie je aan weerszijden van de bak een donkerbruine strook door de straat lopen: dat is de dijk! Als de mechanische dijk eenmaal in werking is gesteld, sluit deze de haven naadloos af van de rest van de stad, waardoor een nieuwe rampzalige overstroming kan worden voorkomen.

De benodigde hoogte van de mechanische dijk is bepaald op basis van berekeningen van enkele jaren geleden. Met de recente overstromingen in het zuiden van Nederland en aangrenzende gebieden in België en Duitsland, weten we niet meer wat de toekomstige waterstanden zullen zijn. Dus als de mechanische dijk het begeeft, kunnen ze overwegen om wat verdiepingen toe te voegen. Het stelde in ieder geval mijn toekomst veilig.

De tante van mijn vader (de weduwe) is later hertrouwd en kreeg twee kinderen.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

De moslimman

*een kleine satire over de geneugten van een moslimman

de man knielde voor het ochtendgebed
hij kromp, steeds kleiner
en zijn god groeide hem boven het hoofd

de man ontmoette een dronkaard
hij stapelde een fles in een fles
en nog een, en nog een
tot er geen ruimte meer was voor de drank
en gaf die fles aan de dronkaard

de man trouwde een vrouw
hij nam haar niet meteen maar wachtte
hij wachtte een behoorlijke tijd
zo lang dat de maan en de zon van plaats wisselden
de ene na de andere oorlog opvlamde en weer doofde
terwijl de man wachtte
tot zijn vrouw hem het bed in sleurde en zich aan hem gaf

de man zat op een stoel en vastte
zijn handen waren vroom gevouwen op zijn rommelende buik
als hij zou kunnen kiezen, zou hij kiezen?
is dit nu de moeilijkste dag of was dat gister?
maar hij schudde de gedachte van zich af
zoals alleen een man dat kan
hij zat op de stoel en werd ouder en dikker
zoals alleen een man dat kan

op een warme dag greep de honger om zich heen
opeens duwde een hand de man omhoog
en gooide hem door het raam naar buiten
als de man zich verbaasde –
maar dat deed hij zelden –
zou hij zich verbazen over de hete stenen tegen zijn wang
maar de man accepteerde zijn lot en krabbelde overeind
hij gaf zijn laatst geld aan de armen
en rende voor de honger uit

de man nam een handvol aarde en vroeg zich af of het eetbaar was
zijn tong zei van niet dus bouwde hij een vriend van aarde
en daarna een aardig meisje
tot zijn vrouw hem voor het eten riep

de man droeg zijn vrouw op handen
toen haar benen haar verlieten, droeg hij haar op zijn rug
en later droeg hij haar tot in het graf
en begroef een stukje van zichzelf met haar

de man knielde voor het ochtendgebed
hij groeide, steeds groter
en zijn god trok hem zo de hemel in

Posted in Poetry | Tagged , , , , , , , , , , , , , , | Leave a comment

Amersfoort aan Zee

De nachtelijke stilte begroette meteoroloog Simon Steffelaar na een lange schemering. Aan de leigrijze hemel trokken dikke regenwolken samen in het laatste daglicht. Spaarlampen hulden de ruimte in het halfdonker en ook het zwakke schijnsel van de lantaarnpaal naast het kleine raam was amper sterk genoeg om de contouren van de kozijnen gestalte te geven. Een zevental computers was verbonden met een wirwar van kleurrijke kunststof draden en zoemde in koor een monotoon ritme. Een mandje met maretakken, dennenappels en twee rode kaarsen vormde de enige versiering in het kale kantoor. Het hoogfrequente geluid uit de speakers van de derde computer van links stoorde Steffelaar tijdens zijn broodnodige koffiepauze. Mopperend sloeg de man de overige helft waterige koffieprut in zijn witte mok achterover en slaakte een verveelde zucht terwijl hij in zijn bureaustoel naar het oplichtende beeldscherm rolde.

‘Kerstavond en het is meteen raak’, mompelde Steffelaar en hij streek door zijn warrige haar.

Simon Steffelaar bracht zijn leven al ruim tien jaar door in het altijd halfduistere nationaal onderzoekscentrum voor rampendetectie (NORD), gelokaliseerd aan een boomrijk laantje achter de Stationsstraat te Amersfoort. Satellieten van over heel de wereld en meetapparatuur systematisch verspreid over Nederland en omstreken gaven informatie over luchtdruk, windsnelheid en vochtigheid, maar ook over luchtverkeer, scheepvaartroutes en filedichtheid door aan het onderzoekscentrum. In ploegendienst verzorgden vijf teams vierentwintig uur per dag de verwerking en interpretatie van de binnengekomen meetgegevens en sloegen wanneer nodig alarm om de Nederlandse burgers tegen de meest uiteenlopende gevaren te beschermen. In nauwe samenwerking met het KNMI en de binnenlandse veiligheidsdienst garandeerde het NORD discretie; verantwoordelijk handelen stond voorop, wat betekende dat er geen alarm geslagen werd voordat een ramp twee keer onafhankelijk was bevestigd, maar tegelijkertijd streefde men naar nauwkeurig werk, zodat zelfs een fruitvlieg niet ongestoord de dijken zou kunnen lekprikken.

Buiten begonnen de eerste regendruppels zachtjes te tikken tegen het raam in de rechtermuur en roffelden een gestaag ritme op het dak. Op het 20 inch beeldscherm voor de dertigjarige onderzoeker knipperde een rood puntje in het zuidwesten van de Noordzee. Dat betekende ellende. Met vlugge vingers gaf Steffelaar de computer opdracht de onheilsboodschap te presenteren.

Rijen met cijfers en letters, afbeeldingen van wolkenformaties en regengradiënten en een schatting van de zeestromingen vlogen over het computerscherm heen. De luchtdruk was ver beneden het aanvaardde minimum, de windrichting vertoonde een markante, gevaarlijke afwijking en de hoeveelheid neerslag die zich ophield in de uitgestrekte wolkenbedekking vlak voor de kust van Nederland was zorgwekkend.

‘Het zal toch niet waar zijn dat…’

De toon van een ander piepgeluid voorkwam dat de meteoroloog zijn zin afmaakte. De meest rechtse computer begon te pruttelen en het beeldscherm kon maar net al zijn pixels genereren door de hoge snelheid waarmee de software probeerde in te zoomen op een ander gebied in de Noordzee. Simon Steffelaar uitte een verbolgen vloek toen het tekstverwerkingsprogramma voor het satellietbeeld sprong en hem de keiharde feiten presenteerde: een olietanker was in aanvaring gekomen met een zwaar beladen vrachtschip. De twee hadden elkaar waarschijnlijk niet gezien door het stormachtige weer en de waarschuwingssignalen waren vermoedelijk verstoord door het veel te grote drukverschil boven de Noordzee.

De adrenaline begon langzaamaan te stromen door het bloedvatenstelsel van Steffelaar. Geen paniek. Dubbele verificatie. Rustig blijven ademhalen, gewoon alle binnengekomen gegevens controleren.

Maar dit was een uitzonderlijke situatie. De weersomstandigheden waren alarmerend slecht, de kust van Nederland werd bedreigd door een sterke westelijke wind, de duizenden liters olie die weglekten uit de tanker gleden soepel richting de afvalvrije stranden en wie weet wat de combinatie van zo`n hoge luchtvochtigheid en felle wind kon doen met de olie wanneer de golven stuksloegen op het strand. De olie zou gemakkelijk over de dijken kunnen slaan, de uiterwaarden bevuilen, de bosgrond insijpelen, opgenomen worden in het grondwater en binnen enkele uren, zelfs binnen een uur zouden al die olie en al dat water over de vloer van de NORD kunnen stromen…

De wieltjes onder zijn bureaustoel kraakten protesterend toen Steffelaar naar de tafel aan de andere zijde van de ruimte zoefde en de ouderwetse telefoonhoorn van zijn haak rukte. Uitgerekend op een kerstavond, wanneer alles zou kunnen gebeuren, laten ze de NORD vrijwel onbemand achter en moest hij, Simon Steffelaar, zich uit de naad werken om de veiligheid van de Nederlandse burgers te waarborgen.

De tijd gleed als vloeibaar zand door zijn vingers toen Steffelaar alle hulpinstanties waarschuwde. Na een slopend halfuur bemerkte de man dat de nachtelijke stilte niet langer aanwezig was. Gedempte schreeuwen werden door de aanzwellende wind richting de NORD gedragen. Was het water al gestegen? Was de olie al aangespoeld op het strand? Hier, in Amersfoort?

Binnen enkele minuten scheurde Simon Steffelaar in zijn hybride autootje richting de Bunschoterstraatdijk. Rijen lichtjes doemden op uit de zwarte nacht. Het gras langs de kant van de weg was nat van de vochtige lucht en schitterde hem toe als een veld vol diamantjes. De vierkante lichtkavels van de ramen in de vuurtorenflat aan de Balladelaan vormden de stille omtrekken van slapend Amersfoort. Coniferen behangen met lampjes rezen aan weerszijden van de weg op en een oplichtende Kerstmanpop met rode wangen hing aan de tak van een eik. Aan Steffelaar`s linkerhand schemerde de zee tussen de masten van de plezierjachten door, als een zilveren sluier. Verderop, in de verste uithoek van de Eemhaven, dreunden Kerstkrakers op volle sterkte door de nacht. Discolichten flitsten hun wisselende kleuren richting de inktzwarte hemel, waar de gouden sterren deze hinder onverschillig voorbij lieten gaan.

Op het moment dat Steffelaar de Bunschoterstraatdijk opreed, werd zijn blik gevangen door kleine gele bolletjes die boven het wegdek zweefden. De lampionnenoptocht! Steffelaar reikte met zijn hand al naar de claxon, toen hij merkte dat de stoet voor hem niet bewoog. Het geschreeuw, dat onmiskenbaar afkomstig moet zijn geweest van de optocht, was verstomd. Zonder verder na te denken draaide Steffelaar de motor van zijn auto uit en opende het portier.

De uit overwegend kinderen bestaande menigte was opvallend stil. Enkele gefluisterde gesprekken werden weggeslagen door de huilende wind, die aan haren en jassen trok en de allerkleinsten bijna van de dijk blies. Handen werden langzaam uitgestoken en wezen naar de scheiding tussen land en zee. Steffelaar volgde met zijn ogen de opgeheven vingers en zijn hart miste een slag toen hij gewaar werd van het schouwspel dat zich onderaan de dijk afspeelde.

De hele lengte van het bruinwitte strand was bezaaid met vijfpuntige zeedieren, allen bedekt door een glinsterend laagje olie. Het gele licht van de lampionnen liet de parelmoeren glans van de olie tot leven komen, alsof de prachtigste sterren uit de hemel waren neergedaald op de smalle reep zand naast de zee. De schittering van al het violet, zilver en geel weerspiegelde in de ogen van de kinderen naast hem en Steffelaar kreeg het met geen mogelijkheid voor elkaar zijn blik los te rukken van het onaardse schijnsel dat over het blanke strand danste. Hij kon alleen maar staren naar het fascinerende beeld dat zich in zijn netvlies brandde, tot de sirenes van een politiewagen hem terugbrachten naar de werkelijkheid.

Zijn baas zou hier niet blij mee zijn. Natuurbeheer nog minder.

Het duurde tot Eerste Kerstdag voordat de verwachte storm ongestoord leeg regende en op waaide aan de kust van Nederland. De olievlek in de Noordzee was na enkele dagen aangespoeld nabij Antwerpen en de uiteindelijke schade in en rondom Amersfoort bleef binnen het budget van de gemeente. De kerstavond in kwestie werd sindsdien in de geschiedenisboeken vermeld als Steffelaarnacht, de nacht waarin meteoroloog Simon Steffelaar alle hulporganisaties van Nederland waarschuwde om mee te genieten van een strand vol geoliede zeesterren.

Posted in Fiction | Tagged , , , , , , , | Leave a comment